De groep ‘Schoolleiders voor de toekomst’ streeft naar een nieuw ‘ecosysteem’ voor educatie. Om dat te kunnen bereiken, bundelen ze initiatieven en kijken ze samen opnieuw naar het onderwijs van morgen. “We willen onderwijs dat er toe doet, door te doen.” Dit artikel verscheen eerder in het onderwijsvakblad Van 12 tot 18.
“Een school moet kunnen meedeinen op de golven van de ontwikkelingen in de samenleving. Daarom spreek ik liever over moderniseren in plaats van vernieuwen. Vernieuwen suggereert dat het niet goed was wat je deed, maar daar gaat het helemaal niet om”, zegt Jan Fasen, directievoorzitter van het Mundiumcollege in Roermond. Hij is een van de initiatiefnemers van ‘Schoolleiders voor de toekomst’. Hij betreurt dat het gesprek over onderwijs zich meestal beperkt tot structuren en instrumenten en niet gaat over leerlingen en hun mogelijkheden: “We praten veel te weinig over hoe leerlingen zich ontwikkelen en wat dat betekent voor ons onderwijs.”
Veranderende maatschappij
Fasen nam het initiatief voor ‘Schoolleiders voor de toekomst’ samen met Jasmijn Kester, rector van het Vathorst College in Amersfoort en Harald Wiggers, voorzitter van de directie van het Liemers College in Zevenaar. Zij zien een aantal grote uitdagingen voor het Nederlandse onderwijs, waaronder afnemende motivatie van leerlingen, behoefte aan meer eigenaarschap van de leerling, meer regie op het eigen leerproces en de vraag naar meer persoonlijk onderwijs en maatwerk. Ook de toenemende digitalisering en de snel veranderende maatschappij – waarin leerlingen worden opgeleid voor nog onbekende beroepen – vragen volgens hen om een nieuwe mindset.
Initiatieven bundelen
Om deze uitdagingen aan te kunnen, willen ze de initiatieven uit hun eigen scholen en die van anderen bundelen en daarmee het effect vergroten. Het gaat nadrukkelijk niet om het nastreven van één vernieuwend onderwijsconcept en om het presenteren van een blauwdruk voor innovatie, maar om het profiteren van elkaars ervaringen en netwerken en vervolgens om het zetten van concrete stappen. Kester: “Samen leren is voor schoolleiders cruciaal. We willen immers allemaal meer aandacht en liefde voor de ontwikkeling van jonge mensen.”
United4Education
‘Schoolleiders voor de toekomst’ komt voort uit het initiatief United4Education, wat nog steeds bestaat en op zijn beurt weer voortkomt uit het gedachtengoed Nederland Kantelt van hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans. Fasen, Kester en Wiggers waren ook vanaf het begin betrokken bij United4Education. “Wat er gebeurt in het onderwijs, is vaak niet zichtbaar, maar we zijn wel degelijk in beweging”, zegt Fasen. “Ook op scholen realiseren steeds meer mensen zich dat ons onderwijs niet langer voldoet voor de kinderen van deze tijd. Er moet iets bij.”
Mindset
“United4Education verbindt mensen met een hart voor onderwijs die dezelfde mindset delen”, voegt Kester toe. “Het onderwijs is een belangrijke sleutel om met elkaar tot een betere wereld te komen, zowel sociaal, economisch als milieutechnisch.” Met bijeenkomsten, een website en op Facebook deelt United4Education daarom waar scholen mee bezig zijn. “United is geen organisatie en wil zelf ook geen visie op onderwijs formuleren”, aldus Fasen. “We willen mensen en initiatieven met elkaar verbinden en het gesprek erover op gang brengen.”
Samenwerking met Schoolinfo
Het trio merkte echter dat de werkelijkheid weerbarstig was en dat de beweging die zij hoopten te initiëren, niet vanzelf op gang kwam. “Mensen gaan niet vanzelf dingen delen. Bovendien is er een grote organisatie voor nodig om dat te faciliteren.” Ze zochten daarom de samenwerking met Schoolinfo dat namens de VO-raad het project Leerling 2020 uitvoert. Schoolinfo ondersteunt United4Education en Schoolleiders voor de toekomst met mensen en middelen.
Leiderschap
De beoogde beweging van modernisering staat of valt met leiderschap, zo realiseerden Fasen, Kester en Wiggers zich. “Schoolleiders doen ertoe. Zij hebben de plek in de school om mensen in beweging te zetten en te faciliteren”, aldus Kester. “Ze kunnen de verbinder zijn van alle initiatieven voor modernisering. Het besef van hun cruciale rol proberen we nu te verspreiden onder schoolleiders.”
Interactie
Dat betekent niet dat de schoolleider ‘bovenaan’ in de organisatie staat, haast Kester zich te zeggen. “Daar heb ik nooit in geloofd. Die tijd is echt geweest. De schoolleider is ondergeschikt aan het geheel, maar kan er wel voor zorgen dat iedereen in de school een bijdrage levert. Hij of zij is continu bezig met het creëren van interactie over het verbeteren van onderwijs.”
Niet tevreden
“Als we als schoolleiders bij elkaar zitten, weten we heel scherp te benoemen wat er niet deugt in het onderwijs”, vertelt Fasen. “Tot we weer teruggaan naar school en toch weer die dingen gaan doen waar we niet achter staan. Het is ook lastig om een onderwijssysteem dat al een hele tijd bestaat, te veranderen. Maar als schoolleider heb je wel de morele plicht om gebruik te maken van je mogelijkheden om datgene waarover je niet tevreden bent, te veranderen.”
Tent op zijn kop
Er zijn meer mogelijkheden dan de meeste schoolleiders denken, zegt Fasen. “Ik zet in Roermond de hele tent op zijn kop: ik heb geen lesrooster, geen toetsen, geen klassen, alleen leraren en leerlingen. Dat gebeurt allemaal binnen de bestaande wet- en regelgeving.” Kester is het er roerend mee eens: “Er is veel meer ruimte dan vaak wordt gedacht. Durf samen met docenten, ouders, leerlingen en de omgeving een visie en missie te vormen. En durf vanuit deze missie de inrichting, procedures en regels te bevragen.”
Tweedaagse
Fasen, Kester en Wiggers besloten een groep schoolleiders bij elkaar te roepen voor een tweedaagse bijeenkomst. De vijftien nieuwe deelnemers kwamen allemaal uit hun eigen netwerk. In kernwoorden formuleerden de aanwezigen daar de gemene deler van alle initiatieven. ‘Schoolleiders voor de toekomst’ had 6 maart een bredere bijeenkomst, waarbij alle achttien deelnemers van de vorige tweedaagse meerdere collega’s uit hun netwerk meenamen.
Kantelpunt
Petra de Bruijn is een van de schoolleiders die aansloot. Ze is voorzitter van de centrale directie van SG Sint Ursula in Horn en Heythuysen: “De wereld verandert, maar het onderwijs niet. We lopen vast in bureaucratie en starre structuren. We zitten echt op een kantelpunt. Als schoolleider heb ik enige invloed, want ik kan op mijn school inspireren, stimuleren en eraan bijdragen dat docenten en leerlingen ander onderwijs gaan ervaren. Toen ik werd gevraagd om naar een tweedaagse te komen realiseerde ik me dat als ik niet zou meedoen, ik mijzelf zou afvallen.”
Verbinding
Ze wil graag bestaande patronen doorbreken en zoekt meer verbinding met de rest van de maatschappij. “Leren doen we van elkaar. Laat kinderen ook op school het leven ervaren. School zou een ontmoetingsplek moeten zijn waar leerlingen begeleid en gecoacht worden.” De Bruijn is niet op zoek naar een concreet voorbeeld voor vernieuwing: “Iedere school is anders en heeft een eigen cultuur. Steeds meer scholen onderzoeken hoe het anders zou kunnen. We bundelen het alleen niet. Nu is het moment om te gaan delen. Niet alleen de goede dingen, maar ook onze fouten. Waarom moet iedere school het alleen doen?”
Eyeopener
De tweedaagse was voor haar een eyeopener. “Ik voelde me heel welkom en heb enorm genoten. Er was wel een programma, maar dat stond niet vast, waardoor er eerst chaos ontstond. Achteraf gezien realiseerde ik me dat dat was omdat de gespreksonderwerpen echt uit de aanwezigen moesten komen. Het ging om intenties en waarden, niet om een norm. Gaandeweg vonden we de woorden om te formuleren waarom we bij elkaar waren.”
Lef en moed
“Je moet gewoon voor jezelf het besluit nemen dat je het gaat doen”, licht Fasen toe. “Je hebt lef en moed nodig. Vervolgens kun je kijken waar je advies, inspiratie en ondersteuning gaat halen om je ambitie te realiseren. In managementboeken staan geweldige aanbevelingen, maar met die tools begint het niet. Kijk wat er al gebeurt in je organisatie en hoe je dat zichtbaar kunt maken en hoe daarover het gesprek op gang kan worden gebracht. Niemand krijgt inspiratie van iemand die zegt ‘het moet anders’. Dat brengt mensen eerder in de verdediging. Maar met verhalen deel je inspiratie.”