Het whitepaper bevat alle bevindingen, praktijkervaringen en de theorie achter zelfsturend leren en is gemaakt door de deelnemers van het leerlab Leerling eigenaar leerproces van Leerling 2020.
Het whitepaper beschrijft de bevindingen van de leerlabscholen per vaardigheid en geeft antwoord op de volgende vragen:
De vaardigheden die leerlingen nodig hebben om eigenaar van het leerproces te worden, zijn opgenomen in de rubrics van het leerlab. Hoe de leerlabscholen de rubrics hebben toegepast en hoe je er als docent mee kunt werken, lees je hier.
Meer lezen over eigenaarschap
Hier lees je hoe schoolleiders Ronald Schaefer en Anke van Baar gebruik maken van het whitepaper.
Wil je weten welke vragen en antwoorden er leven over eigenaarschap bij andere docenten? Ga naar Edualdo.nl.
Hoe deel je de inspiratie, kennis en vaardigheden met je collega’s/team? Hoe deel je inzichten die ook handig en bruikbaar zijn voor je collega’s? Het boekje ‘Hoe deel ik mijn kennis met collega’s?’ biedt verschillende werkvormen aan waarmee je op een laagdrempelige en verrassende wijze kennis kunt overdragen of het delen van kennis kunt stimuleren.
Door als docent je ervaringen, belevenissen en kennis met je collega’s te delen, kun je op school de productiviteit en de kwaliteit verbeteren. Deze werkvormen zijn verzameld tijdens bijeenkomsten met de leerlabscholen van Leerling 2020.
Raakvlakken tussen eindtermen bieden kansen voor vakoverstijgend projectonderwijs, óók in examenklassen. De innovatiewerkgroep ‘Projectonderwijs en het eindexamen’ van Leerling 2020 bedacht met het spel CONNECT hiervoor een inspirerende methode.
Veel leraren twijfelen of ze met projectonderwijs aan het curriculum voldoen. Uit vrees dat ze hun leerlingen onvoldoende op het eindexamen voorbereiden, bieden ze minder of geen projectonderwijs aan. Zonde, vinden de zeven leraren van de innovatiewerkgroep. Zij hebben er alle vertrouwen in dat leerlingen ook met projectonderwijs de eindtermen kunnen behalen. Bovendien raken leerlingen meer gemotiveerd en sluit projectonderwijs beter aan bij hun belevingswereld. Projecten doen een beroep op de vaardigheden die de leerlingen in de ‘echte wereld’ ook nodig hebben, en daarnaast leren zij connecties tussen vakken te leggen.
De innovatiewerkgroep kwam in september voor het eerst bij elkaar. “We kwamen al snel tot de conclusie dat we overlap moesten zoeken in de eindtermen”, vertelt docent Lia Veraa van SG Were Di. Vervolgens gebruikte de werkgroep de methodiek van ‘design thinking’ om te bedenken hoe je leraren met elkaar verbindt. “Als je met collega’s van andere vakken praat, heb je het niet zo snel inhoudelijk over je vak. Daarom bedachten wij het spel CONNECT; hiermee kom je veel meer te weten over de inhoud en dat inspireert. Tegelijkertijd daagt het spel je uit om zelf ook bewuster over je eigen vak en methodes na te denken.”
Nieuwsgierig? Bekijk de spelregels en een voorbeeldkaart. Of download hier het hele spel en kies zelf welke spelkaarten je wilt printen. Om collega’s te informeren is er ook een flyer beschikbaar. En wil je heel laagdrempelig een mooi project bouwen? Gebruik dan deze handige poster die door de werkgroep Projectonderwijs en het curriculum werd ontwikkeld.
CONNECT bestaat uit een serie spelkaarten van alle vakken die op het vmbo, het havo en het vwo centraal geëxamineerd worden. Elke afzonderlijke kaart bevat een eindterm en je ziet in één oogopslag of die getoetst wordt in het centraal examen of in het schoolexamen. Voordat je het spel gaat spelen, denk je eerst na over de eindtermen waarover je met collega’s van gedachten wilt wisselen. A la Rummikub maak je tijdens het spel series van eindtermen, waarbij er raakvlakken zijn tussen de afzonderlijke vakken.
“Het mooie is dat je eerst op zoek gaat naar raakvlakken en dat je dan bijna vanzelf de mogelijkheden voor een vakoverstijgend thema – en dus een project – ziet”, zegt Anouk Gasseling van de Berger Scholengemeenschap. Zo’n project hoeft volgens Anouk helemaal niet groot te zijn. “Begin klein; in twee lessen kun je ook al heel veel met elkaar doen.” Omdat de eindtermen de kapstok van het project zijn, weet je zeker dat je alle belangrijke lesstof behandelt. “Sterker nog”, vult haar collega Jessica Toman aan, “als je de methode ernaast houdt, ontdek je dat je onderwerpen kunt schrappen omdat je die al in het project hebt behandeld.”
De vijf leraren van de innovatiewerkgroep hebben zich gebogen over de vraag ‘Hoe zorgen we dat leerlingen, leraren en andere betrokkenen zinvol projectonderwijs ervaren?’ Bij de opstart van projecten binnen hun eigen school liepen de leraren aan tegen vragen als: “Waar moet een project aan voldoen?”, “Hoe krijg ik collega’s mee?” en “Hoe zorg ik dat de kerndoelen en eindtermen behaald worden?”
De poster bevat informatie voor andere leraren om het proces vorm te geven.
“Het helpt je om aan alle onderdelen te denken”, vult Jolanda Voogd van het Tabor College aan. Alle verschillende aspecten van een project worden uitgelicht:
Per aspect worden vragen gesteld die je kunnen helpen in het verder ontwikkelen van je project. Jorick Boll van het Herbert Vissers College: “Je kunt met behulp van deze poster laagdrempelig een mooi project bouwen.” Esther Broen van het Canisius College: “Hopelijk helpt het je om jouw ideeën om te zetten in mooie projecten.”
Download de poster en hang deze op in je school. Overige benodigdheden om te werken met de poster:
Tevens kan het helpen om het gesprek op gang te brengen in je team of sectie. Het vraagt een actieve bijdrage van alle betrokkenen. Margreet Kamman, Tienerschool Sneek: “Deze poster maakt het proces van projectonderwijs helder.”
“Achter de QR-codes zitten bovendien waardevolle filmpjes en websites met betrekking tot projectonderwijs en curriculum. Laat je hierdoor inspireren. Of zoek contact met de mensen die hierin al wat hebben gedaan. Je hoeft het wiel niet zelf uit te vinden”, zegt Jennifer de Laet van het Niftarlake College.
De innovatiewerkgroepen van Leerling 2020 maakten gebruik van de methodiek van design thinking om tot nieuwe, relevante oplossingen te komen die een positieve impact hebben op vo-scholen en de sector. Lees hoe design thinking in de praktijk werkt.
De zeven leraren van de innovatiewerkgroep ‘roostering’ hebben zich gebogen over de mogelijkheden om flexibeler te roosteren en kwamen zo tot een poster met drie modellen.
Susanne van Leeuwen van CC Groevenbeek: “We willen de leerling meer op maat bedienen, naar haar/zijn eigen behoefte”. Het huidige systeem voldoet volgens de leraren niet. Iedere leerling is op een vast moment, in een vast lokaal met een vaste docent voor een vast aantal uren per week. Dit beperkt het aanbieden van maatwerk. Ze hebben onderzocht of het mogelijk is om de lessentabel minder leidend te maken en minder lessen in het rooster vast te leggen, zodat er meer flexibiliteit ontstaat voor maatwerk.
“Waar de een aan een instructieles wiskunde genoeg heeft, is de ander meer gebaat bij nog twee verwerkingsuren”, vertelt Anneke Vosselman van het Nuborgh College. In een flexibel rooster krijgen leerlingen de ruimte om naar eigen behoefte te werken. Door middel van een aantal vaste uren, keuze uren en goede coaching kan een leerling meedenken over zijn eigen onderwijs.
“We hebben de poster zo ontwikkeld dat iedere willekeurige school het zou kunnen gebruiken. Door de keuzemogelijkheid van de drie modellen kun je als school kijken wat het beste aansluit”, aldus Martine Lokhorst van Pieter Groen. “Of je nou één dag flexibel wilt roosteren, twee dagen of een hele week, met dit product kun je alle kanten op. Wij willen ideeën aandragen om het flexibeler roosteren te realiseren”, licht Dirk-Jan Dekker van csg Bogerman toe.
Een nieuw rooster vraagt een andere aanpak van iedereen op school. “Het is niet enkel een wijziging in de lessentabel, het creëert een verandering voor de leerling, de docent, de coach/mentor. En een aanpassing in het volgen van de leerling en in de didactiek”, zegt Maikel Mesman van Pieter Groen.
De innovatiewerkgroepen van Leerling 2020 maakten gebruik van de methodiek van design thinking om tot nieuwe, relevante oplossingen te komen die een positieve impact hebben op vo-scholen en de sector. Lees hoe design thinking in de praktijk werkt.
Wil je weten welke vragen en antwoorden er leven over roostering bij andere leraren? Ga naar Edualdo.nl.
Feedback betekent het terugkoppelen van de effecten van iemands gedrag en houding. Met opbouwende feedback kun je elkaar verder helpen. In de klas wordt feedback steeds meer gebruikt om leerlingen inzicht te geven in hun leerproces. Maar ook in het contact met collega’s is het waardevol om samen te reflecteren op elkaars gedrag.
De test duurt ongeveer twintig minuten en bestaat uit twaalf situaties. Deze situaties bestaan uit gebeurtenissen die je als docent kunt meemaken. Per situatie kies je het antwoord dat het beste bij je past. Na de test krijg je te zien welke feedbackkleur het meest van toepassing is en ontdek je handige werkvormen en tools passend bij jouw kleur.
Wil je feedback geven en ontvangen breder toepassen op school? Of is er nog helemaal geen sprake van een feedbackcultuur en vraag je je af hoe je ermee aan de slag kunt gaan? Bekijk dan ook de tips bij ‘Ga aan de slag’ in de feedbackwijzer.
Ga naar www.leerling2020.nl/feedbackwijzer. Doe de test en vind (achtergrond)informatie, ‘good practices’ en tips. Wil je jouw ideeën, ‘good practices’, tips en trucs over feedback met anderen delen? Mail ze naar info@schoolinfo.nl.
De innovatiewerkgroepen van Leerling 2020 maakten gebruik van de methodiek van design thinking om tot nieuwe, relevante oplossingen te komen die een positieve impact hebben op vo-scholen en de sector. Lees hoe design thinking in de praktijk werkt.
Verschillende personen binnen de school (bijvoorbeeld docent, schoolleider, bestuurder) kunnen het formulier invullen. Met het invullen van de diverse indicatoren kun je zien hoe de ontwikkeling er voor staat, met elkaar bekijken of de gewenste resultaten worden behaald en waar nog actie nodig is.
In verschillende bijeenkomsten wisselden de deelnemers ervaringen en theorie uit over veranderkunde. Daarnaast had elke docent geformuleerd welke vaardigheden ze wilden verbeteren. Deze waren gekoppeld aan een concreet project binnen hun school. De vorderingen werden geëvalueerd tijdens de individuele coachbezoeken. De focus lag op persoonlijke groei. De kracht om duurzame verandering vorm te geven had namelijk alles te maken met persoonlijke vaardigheden. Want: “wanneer je zelf leert, leren anderen met je mee.”
De volgende stappen kwamen aan bod in het Veranderkrachttraject:
Zeven docenten uit de innovatiewerkgroep Praktijkgericht leren van Leerling 2020 bedachten een stappenplan waarmee je als docent eenvoudig aan de slag kunt.
Leren in de praktijk geeft betekenis aan de lesstof en heeft een positief effect op de motivatie van leerlingen. Buiten de les, op excursie of bij een bedrijf, ontdekken ze waar hun interesses liggen en waar ze goed in zijn. Daardoor begrijpen leerlingen beter waarom ze leren. In de echte wereld gebeurt het! En dat is de plek waar leerlingen de noodzakelijke vaardigheden kunnen ontwikkelen.
Wil je aan de slag met leren in de praktijk maar weet je (nog) niet goed hoe? Tip: begin klein. Je hoeft niet heel innovatief of creatief te zijn om leerlingen in de praktijk te laten leren. Een activiteit buiten het lokaal of een gastles door een externe is ook al op de praktijk gericht. Wil je juist wel een bedrijf bezoeken? Die zijn – vaker dan je misschien denkt – bereid om mee te werken. Gebruik je netwerk en praat erover met collega’s.
Wil jij ook aan de slag? Gebruik dan het stappenplan ‘On The Roadmap’. Er is een online, interactieve versie en een versie om uit te printen. Om je collega’s enthousiast te maken kun je ook dit teaser filmpje laten zien:
Leren in de praktijk kan in de onder- én bovenbouw en op vmbo-, havo- en vwo-niveau. Drie docenten uit de innovatiewerkgroep vertellen hoe zij dat aanpakken en waarom zij het zo belangrijk vinden.
Katja Korver, docent Frans op het Tabor College“Hoe leer je een andere taal? Door het veel te spreken! Ik zag dat mijn leerlingen in havo 3 dat taalcontact missen. Daarom neem ik ze een dag mee naar het Belgische Namen. Al googelend kwam ik terecht bij een organisatie die deze excursies coördineert. De leerlingen worden in groepjes gekoppeld aan een Belgische student die hen opdrachten in het Frans geeft.” Voorbereiding De weg vragen |
“Leren in de praktijk haalt het beste in leerlingen naar boven. Ze kunnen veel meer dan we denken. Ik zie dat bij het vak TOP (Talenten Ontdek Plek), waarbij ze in groepjes aan een project werken. Zo leren ze waar ze goed in zijn, waar hun interesses liggen en wat hun valkuilen zijn. Dat helpt om een profielkeuze te maken. Een voorbeeld is project ‘Gezond maakt slim’ in 1 vmbo. Een kinderarts gaf een gastles over wat een gezonde leefstijl is en waarom dat belangrijk is. Ook draaide er een Fit Coach met ons mee. Zij legde onder meer uit wat calorieën zijn en het belang van bewegen.”
Passende opdrachten
“Aan ieder thema kun je opdrachten koppelen, ook vakoverstijgend. De leerlingen moesten bijvoorbeeld een ideaal dagmenu samenstellen en zestigplussers interviewen over hoe het vroeger was, zonder McDonalds. Bij gym ontwikkelden ze een bootcamp waarbij ieder groepje een spiergroep als aandachtspunt had. Voor economie maakten ze een enquête welke gezonde snack medeleerlingen in de aula willen kopen. Deze producten hebben ze ook echt ontwikkeld, en zijn door een professionele kok en de Fit Coach beoordeeld. De winnende snack verkopen we nu op school, dus leerlingen zien concreet resultaat van wat ze bedenken.”
Kijk bij andere scholen
“Als je dit op jouw school wilt invoeren, kom dan vooral kijken hoe wij of andere scholen het doen. Gebruik je netwerk, ook om kosten te vermijden. En communiceer goed naar leerlingen, ouders en leidinggevenden wat je plan is. Met enthousiasme bereik je veel!”
Angelique van der Meer, docent Wiskunde, de Prinsentuin van Cooth“Mijn leerlingen zijn zo veel meer betrokken bij hun eigen leerproces als ze in de praktijk leren. Ik haal daar veel meer rendement uit dan als ik voor de klas sta ‘te zenden’. Ook een vak als wiskunde leent zich er prima voor: kijk om je heen en zoek zeven ruimtelijke figuren. Dat laat ik mijn leerlingen in 1 vmbo bijvoorbeeld buiten doen. Eerst leren ze met het boek welke ruimtelijke figuren er zijn en daarna gaan we op pad.” Bewijs wat je ziet Bron van inspiratie |
Innoveren met design thinking Benieuwd hoe de docenten in de innovatiewerkgroep hun stappenplan hebben ontwikkeld? Lees hier meer over de methode design thinking: |
De routekaart veranderaanpak is ontwikkeld door scholen in het project Leerling 2020. De routekaart kan gebruikt worden door een individuele docent, een vaksectie of de schoolleiding om de verandering in jouw school stapsgewijs verder te brengen. De routekaart is geen blauwdruk voor ieder veranderproces. De fasen in het veranderingsproces verlopen niet altijd in de volgorde zoals in de kaart is weergegeven. Iedereen bepaalt zijn eigen route en heeft een eigen beginpunt.
Lees meer over de fasen in het proces of download het werkblad om direct aan de slag te gaan.